Algemeen
De gemeentelijke heffingen zijn na de algemene uitkering de grootste inkomstenbron van de gemeente. Met de heffingen genereren we in 2022 ongeveer 22% van de gemeentelijke inkomsten. In het onderstaande overzicht worden de inkomsten van de diverse gemeentelijke heffingen nader gespecificeerd.
Overzicht inkomsten uit heffingen 2022 | ||||
Rekening 2021 | Begroot na wijziging 2022 | Rekening 2022 | Procentuele | |
Onroerende zaakbelasting (OZB) | 12.015 | 12.565 | 13.137 | 4,5% |
Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht | 3.830 | 4.282 | 4.237 | -1,0% |
Rioolheffing | 4.181 | 4.223 | 4.266 | 1,0% |
Toeristenbelasting | 2.786 | 3.191 | 2.867 | -10,2% |
Baten baatbelasting | 2 | 3 | 2 | -18,8% |
Baten reclamebelasting | 70 | 87 | 93 | 7,0% |
Baten precariobelasting | 17 | 25 | 29 | 17,9% |
Baten marktgelden | 16 | 20 | 19 | -4,2% |
Baten begraafplaatsrechten | 15 | 15 | 15 | 1,4% |
Overige heffingen | 3.616 | 2.595 | 2.933 | 13,0% |
Totaal inkomsten uit heffingen | 26.547 | 27.005 | 27.599 | |
Totaal inkomsten begroting/rekening | 120.500 | 140.173 | 137.980 |
nb. de procentuele afwijking rekening/begroting zijn berekend op niet afgeronde bedragen. (in de tabel zijn de bedragen wel afgerond op duizendtallen).
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat de inkomsten uit gemeentelijke heffingen in 2022 ongeveer € 594.000 hoger zijn dan begroot. De hogere opbrengsten zijn een saldo van hogere opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting (€ 572.000) en de overige heffingen (€ 338.000) en een lagere opbrengst uit de toeristenbelasting (€ 324.000). De hogere opbrengsten van de overige heffingen betreft met name de meeropbrengst van de leges reisdocumenten (€ 105.000) en de leges omgevingsvergunningen (€ 177.000).
Beleid gemeentelijke heffingen
De gemeentelijke heffingen vormen een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. In het coalitieakkoord 2018 - 2022 is bepaald dat m.b.t. de heffingen wordt nagestreefd dat de lastendruk (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor burgers en bedrijven gemiddeld gelijk blijft en dat alleen voor inflatie kan worden gecorrigeerd. Dit streven kon met ingang van 2020 niet meer worden gehandhaafd omdat de kosten voor de afvalinzameling fors stegen. Nadere uitleg over de tarieven van deze heffingen volgt later in deze paragraaf.
Voor 2022 is voor de tarieven rioolaansluitrecht, precariobelasting, marktgelden, reclamebelasting, lijkbezorgingsrechten en leges, een inflatiecorrectie van 1,5% t.o.v. 2021 gehanteerd.
De paragraaf wordt opgebouwd op de wijze die is ingeslagen bij de begroting 2020. In het vervolg van de paragraaf Lokale heffingen wordt toegelicht in hoeverre de hierboven genoemde doelen in 2022 zijn gerealiseerd.
Kostendekkendheid
Vanaf de begroting 2017 is iedere gemeente verplicht in de paragraaf lokale heffingen de kostendekkendheid van de tarieven die op basis van de Gemeentewet maximaal kostendekkend mogen zijn, inzichtelijk te maken.
Per heffing wordt in deze paragraaf dan ook op hoofdlijnen inzicht gegeven hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen de werkelijke baten de werkelijke lasten niet overschrijden. Voor Horst aan de Maas gaat het hierbij om:
- de afvalstoffenheffing,
- reinigingsrechten,
- rioolheffing,
- rioolaansluitrecht,
- marktgelden,
- lijkbezorgingsrechten en
- de leges.
Per heffing worden de directe kosten, overhead, btw en opbrengsten weergegeven. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- Directe kosten zijn de kosten die direct aan een heffing kunnen worden toegerekend en ook als zodanig in de financiële administratie staan (bijvoorbeeld directe personeelslasten, rijksleges, geleverde diensten t.b.v. de heffing en kapitaallasten).
- De overhead is op basis van de hierboven vermelde directe personeelslasten aan de heffing toegerekend
- De inkoop-btw is als last meegenomen.
- De opbrengsten zijn gebaseerd op de tarieven 2022 zoals die in de paragraaf genoemd worden.
Voor de toerekening van de overhead heeft iedere gemeente een eigen beleidsvrijheid. De kostentoerekening van de overhead heeft net als bij de begroting 2022 plaatsgevonden op basis van de personeelslasten. Deze methode sluit het meest aan op de kostentoerekeningen zoals we die in het verleden ook hebben gehanteerd.
In deze paragraaf wordt de kostendekkendheid per heffing op basis van deze toerekening van de overhead inzichtelijk gemaakt. De systematiek van toerekenen van de overhead via de personeelslasten betekent dat een relatief groter bedrag toegerekend wordt aan arbeidsintensieve taken. De rechtvaardiging hiervoor is dat de ondersteuning en de aansturing voornamelijk zijn gericht op de mensen die de taken uitvoeren.
Onroerende Zaak Belasting (OZB)
De OZB wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken.
OZB | |||
bedragen in hele euro's | 2021 | 2022 | Stijging |
---|---|---|---|
Tarief Ozb-eigenaar woningen | 0,1455% | 0,1391% | -4,4% |
Tarief Ozb-eigenaar niet-woningen | 0,2568% | 0,2650% | 3,2% |
Tarief Ozb gebruiker niet-woningen | 0,2052% | 0,2118% | 3,2% |
gemiddelde aanslag woning (woz-waarde 2022 € 295.000) | € 400,77 | € 410,35 | 2,4% |
gemiddelde aanslag niet woning / eigenaar en gebruiker (woz-waarde 2022 € 401.000) | € 1.820,28 | € 1.911,97 | 2,4% |
, | , | , | , |
De tarieven voor de OZB zijn geïndexeerd met 2,4% waarbij tevens de waardeontwikkeling in de tarieven is verdisconteerd.
Reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing)
De reinigingsheffingen bestaan uit de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten. Uitgangspunt is dat de reinigingsheffingen kostendekkend zijn. De afvalstoffenheffing wordt geheven van huishoudens om de kosten te dekken voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Dit zijn niet alleen de kosten voor de wekelijkse afvalinzameling, maar ook kosten voor de inzameling van glas, oud papier, klein chemisch afval en dergelijke.
Reinigingsrechten worden geheven van bedrijven die gebruik maken van de gemeentelijke afval-inzameldienst. De tarieven voor de afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) en de reinigingsrechten zijn gelijk.
Rekening houdende met de uitgangspunten en voorwaarden benoemd bij het raadsvoorstel in december 2021 heeft dit in 2022 voor de tarieven en de afval gerelateerde lastendruk het volgende betekend:
Reinigingsheffingen | |||
bedragen in hele euro's | 2021 | 2022 | Stijging |
---|---|---|---|
Basisheffing per jaar meerpersoonshuishouden | € 209,79 | € 232,24 | 10,7% |
Basisheffing per jaar éénpersoonshuishouden | € 154,85 | € 171,42 | 10,7% |
Restafvalzak | € 1,70 | € 1,70 | 0,0% |
Gemiddelde lasten (1) | € 217,68 | € 237,78 | 9,2% |
Gemiddelde lasten meerpersoonshuishouden (1) | € 233,55 | € 255,10 | 9,2% |
Gemiddelde lasten éénpersoonshuishouden (1) | € 167,01 | € 182,42 | 9,2% |
(1) Inclusief kosten voor restafvalzakken, big bags etc. | |||
, | , | , | , |
De gemiddelde lastendruk voor een gebruiker van een woning (meerpersoonshuishouden) in onze gemeente bedraagt in 2022 € 255,10. Het gemiddelde van alle Limburgse gemeenten ligt op € 286,25 (volgens de berekeningsmethodiek van de provincie). De gemiddelde lastendruk voor een meerpersoonshuishouden ligt is in Horst aan de Maas dus 10,9% (€ 31,15) lager dan het gemiddelde.
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing: | 95% |
---|
Kostendekkendheid reinigingsrechten: | 81% |
---|
Rioolheffing
De (verbrede) rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing. Hiermee worden kosten verhaald van collectieve maatregelen, die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering. Ook de kosten voor de maatregelen die nodig zijn ten aanzien van hemelwater en grondwater worden hiermee verhaald.
Het gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) is op 23 november 2021 vastgesteld door de gemeenteraad en heeft een looptijd van 2022-2026. Op basis van de actualisering van het kostendekkingsplan riolering is voor 2022 geen verhoging van de rioolheffing opgenomen. De tarieven zijn een vast bedrag per eigendom. Uitgangspunt is dat de rioolheffing kostendekkend is.
In het onderstaande overzicht staat de ontwikkeling van de rioolheffing aangegeven.
Rioolheffing | |||
bedragen in hele euro's | 2021 | 2022 | Stijging |
---|---|---|---|
Vast tarief per eigendom | € 217 | € 217 | 0% |
, | , | , | , |
Kostendekkendheid rioolheffing: | 101% |
---|
Rioolaansluitrecht
Het rioolaansluitrecht is een éénmalige vergoeding van de eigenaar van een pand dat op de riolering wordt aangesloten.
Rioolaansluitrecht | ||||
Type riolering | , | 2021 | 2022 | Stijging |
---|---|---|---|---|
Druk riolering buitengebied | € 4.555 | € 4.623 | 1,5% | |
Vrijverval-riolering | € 238 + € 174 per m¹ perceel-aansluitleiding | € 242 + € 176 per m¹ perceel-aansluitleiding | 1,5% | |
, | , | , | , | , |
Kostendekkendheid rioolaansluitrecht: | 67% |
---|
Kostendekkendheid rioolaansluitrecht is 67%. Baten bedragen €82.383. Lasten bedragen €122.889.
Toeristenbelasting
Toeristenbelasting wordt geheven van degene die tegen een vergoeding gelegenheid geeft tot overnachten. De belasting wordt geheven voor alle overnachtingen van personen die niet in de gemeentelijke basisregistratie staan ingeschreven. Dit kunnen zowel toeristen als arbeidsmigranten zijn.
De toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel, wat betekent dat de gemeente vrij is in de besteding van de inkomsten.
Met ingang van 2021 wordt bij verblijf op/in ligplaatsen en watervilla’s (water)toeristenbelasting geheven. Het verblijf op vaartuigen wordt geheven op basis van etmalen verblijf en niet op basis van overnachtingen.
Het lage tarief is conform de begroting 2022 verhoogd. De forfaitaire regeling in de toeristenbelasting is vanaf 2021 vervangen door vaste tarieven/bedragen per soort standplaats/ligplaats waar net als bij de forfaits op verzoek van de belastingplichtige voor gekozen kan worden. De nieuwe tarieven zijn bepaald in lijn met de bestaande methodiek waarop de forfaitaire tarieven tot stand komen. Het hoge tarief van € 1,55 is gelijk gebleven.
De tarieven van de toeristenbelasting 2022 zijn bepaald op de onderstaande tarieven:
Toeristenbelasting | ||||
bedragen in hele euro's | , | € 2.021,00 | € 2.022,00 | Stijging |
---|---|---|---|---|
Laag tarief per persoon per overnachting (1) | € 1,20 | € 1,45 | € 0,21 | |
Vaste plaats, vast bedrag per jaar (1)* | € 187,20 | € 226,20 | € 0,21 | |
Seizoensplaats / arrangement per week (1)* | € 4,80 | € 5,80 | € 0,21 | |
Hoog tarief per persoon per overnachting (2) | € 1,55 | € 1,55 | € 0,00 | |
Watertoeristenbelasting per persoon per etmaal (3) | € 1,55 | € 1,55 | € 0,00 | |
Vaste ligplaatsen voor een vaartuig, per jaar (3) | € 241,80 | € 241,80 | € 0,00 | |
Seizoenligplaats voor een vaartuig, per week (3) | € 6,20 | € 6,20 | € 0,00 | |
(1) mobiele kampeeronderkomens, stacaravans, groepsaccommodaties. | ||||
(2) Hotel, pensions, vakantiewoningen. | ||||
(3) Vaartuigen, watervilla's. | ||||
, | , | , | , | , |
* De forfaits voor landtoerisme zijn per 2021 aangepast in vaste tarieven |
Vermakelijkheden
De vermakelijkhedenretributie is in Horst aan de Maas per 2021 ingevoerd. Dit is een heffing voor het gebruik van, door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.
Het tarief € 0,10 per betalende bezoeker en/of deelnemer is voor 2022 niet gewijzigd. Vermakelijkheden met minder dan 10.000 bezoekers (ongewijzigd) worden niet in de heffing betrokken.
Bij de vermakelijkhedenretributie geldt geen maximaal 100% kostendekkendheidsvoorschrift, zoals bij de rechten en leges. Een vermakelijkheid moet profiteren van een gemeentelijke voorziening die voor de gemeente lasten met zich meebrengt. De gemeente hoeft echter niet aan te tonen welk bedrag van de met de voorziening gemoeide lasten is toe te rekenen aan de vermakelijkheid. De gemeente hoeft ook niet aan te tonen dat geen winst wordt gemaakt.
Op basis van de begroting 2022 is het tarief voor de vermakelijkhedenretributie 2022 als volgt:
Vermakelijkhedenretributie | ||||
bedragen in hele euro's | , | 2021 | 2022 | Stijging |
---|---|---|---|---|
Vast bedrag per betalende bezoeker c.q deelnemer van de vermakelijkheid | € 0,10 | € 0,10 | 0,0% |
Baatbelasting
Baatbelasting wordt geheven om de kosten van door de gemeente aangelegde voorzieningen in de openbare ruimte te dekken. De particuliere eigendommen die gebaat zijn, worden in de heffing van de baatbelasting meegenomen. Er wordt in 2022 nog één baatbelasting geheven. Dat is de baatbelasting voor de riolering aan de Kreuzelweg. Deze loopt nog tot 2023. Bij het vaststellen van de verordening Baatbelasting Kreuzelweg heeft de gemeenteraad bepaald dat deze niet jaarlijks met een inflatiecorrectie geïndexeerd wordt.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Met toepassing van een inflatiecorrectie van 1,5% zijn voor 2022 de volgende tarieven vastgesteld:
Precariobelasting terrassen | |||
bedragen in hele euro's | 2021 | 2022 | Stijging |
---|---|---|---|
Terrassen binnen de bebouwde kom van Horst of Sevenum per m² per jaar | € 9,85 | € 10,00 | 1,5% |
Overige terrassen per m² per jaar | € 6,55 | € 6,65 | 1,5% |
, | , | , | , |
Marktgelden
Marktgelden worden geheven voor het innemen van een standplaats tijdens de weekmarkt. In Meerlo, Swolgen en Tienray zijn geen marktdagen en is de heffing van marktgelden niet aan de orde. De promotiegelden die door de marktlieden in het centrum van Horst worden betaald, zijn vanaf 2011 in de heffing van de marktgelden meegenomen.
De promotiegelden worden doorbetaald aan de stichting Centrummanagement Horst aan de Maas die hier vervolgens collectieve activiteiten t.b.v. het promoten van het centrum van Horst mee bekostigt.
Met toepassing van een inflatiecorrectie van 1,5% zijn voor 2022 de volgende tarieven vastgesteld:
Door afrondingen stijgen de bedragen tussen 1,3% en 1,6%.
Marktgelden | ||||
bedragen in hele euro's | , | 2021 | 2022 | Stijging |
---|---|---|---|---|
Voor het innemen van een standplaats per dag | € 11,60 | € 11,75 | 1,3% | |
Voor het innemen van een vaste standplaats per kwartaal | ||||
- per strekkende meter | € 18,70 | € 19,00 | 1,6% | |
- vast bedrag (promotiegelden alleen in Horst) | € 23,40 | € 23,75 | 1,5% | |
, | , | , | , | , |
Kostendekkendheid marktgelden: | 37% |
---|
Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen (reclameobjecten) in het centrum van Horst, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Deze heffing is in 2008 op verzoek van de ondernemers van het centrum van Horst ingevoerd. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, onder inhouding van € 5.000, doorbetaald aan de Stichting centrummanagement Horst aan de Maas, die hier vervolgens collectieve activiteiten t.b.v. het promoten van het centrum van Horst mee bekostigt.
De hoogte van het tarief is sinds 2015 afhankelijk van de ligging en de WOZ-waarde van de vestiging en niet meer van de grootte van de reclameborden zoals dat in 2014 en voorgaande jaren gold.
Met toepassing van een inflatiecorrectie van 1,5% zijn voor 2022 de volgende tarieven vastgesteld:
Reclamebelasting centrum Horst | |||
bedragen in hele euro's | 2021 | 2022 | Stijging |
---|---|---|---|
Zone A (woz-waarde kleiner dan of gelijk aan | € 544 | € 552 | 1,5% |
Zone A (woz-waarde range € 151.000 t/m | € 544+ € 3,26 per € 1.000 | € 552+ € 3,31 per € 1.000 | |
Zone A (woz-waarde groter dan of gelijk aan | € 1.006 | € 1.021 | 1,5% |
Zone B | € 544 | € 552 | 1,5% |
* Voor de Reclamebelasting 2022 wordt de woz-waarde 2021 (waardepeildatum 1-1-2020) gehanteerd | |||
* Voor de Reclamebelasting 2021 wordt de woz-waarde 2020 (waardepeildatum 1-1-2019) gehanteerd | |||
* Bij woon-/bedrijfspanden wordt alleen de woz-waarde over het bedrijfsgedeelte meegenomen | |||
, | , | , | , |
Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten zijn vergoedingen voor diverse diensten die de gemeente verricht in het kader van de lijkbezorging. De hoogte van de lijkbezorgingsrechten wordt in overleg met het kerkbestuur vastgesteld.
Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten: | 18% |
---|
Leges
Met het heffen van leges dekt de gemeente de kosten die de gemeente maakt voor het leveren van bepaalde diensten. De tarieven zijn gebaseerd op maximale kostendekkendheid.
De kostendekkendheid van de leges 2022 wordt hieronder per titel van de legesverordening inzichtelijk gemaakt:
- Titel 1: Algemene dienstverlening zoals o.a. huwelijksvoltrekkingen/partnerschapsregistratie, inlichtingen uit de basisregistratie personen (BRP), reisdocumenten en rijbewijzen;
- Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen;
- Titel 3: Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn. Onder de laatstgenoemde titel vallen o.a. aanvragen in het kader van de drank- en horecawet en kinderopvang.
Kostendekkendheid leges titel 1: | 41% |
---|
Kostendekkendheid leges titel 2: | 84% |
---|
Kostendekkendheid leges titel 3: | 25% |
---|
Kwijtschelding
Voor de gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen kan een verzoek tot kwijtschelding worden ingediend. Of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt, hangt af van een aantal factoren. Aan de hand van de financiële situatie beoordeelt de gemeente of iemand voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding in aanmerking komt. Als basis gebruiken we hiervoor wet- en regelgeving en de door de gemeenteraad vastgestelde Leidraad Invordering Gemeentelijke belastingen 2021.
Kwijtschelding is mogelijk voor de volgende heffingen:
- OZB
- Rioolheffing
- Afvalstoffenheffing
De gemeente biedt de mogelijkheid een verkort aanvraagformulier kwijtschelding in te vullen (inlog via DigiD).Twee keer per maand worden de ontvangen kwijtscheldingsverzoeken bij Stichting Inlichtingenbureau getoetst. Als deze toetsing een afwijzing oplevert is het nog altijd mogelijk een volledig aanvraagformulier kwijtschelding in te vullen dat door de gemeente zelf wordt beoordeeld. Het is daardoor mogelijk dat een inwoner zowel een verkorte aanvraag als een volledig aanvraagformulier invult.
Er zijn in 2022 minder kwijtscheldingsaanvragen, een daling van 6,4%, ontvangen dan in 2021. Het aantal toekenningen is met 11 afgenomen. De drempel om een verkort verzoek in te dienen is laag. In 2022 hebben we wat minder verkorte aanvragen ontvangen.
Eind 2022 waren er nog 5 aanvragen in behandeling.
Het verleende kwijtscheldingsbedrag is ten opzichte van 2021 met ongeveer € 4.500 gestegen. Dit is onder andere het gevolg van de stijging van de belastingtarieven gemeentelijke heffingen.
Ondernemers kunnen ook voor kwijtschelding in aanmerking komen als ze aan de overige voorwaarden voor kwijtschelding voldoen. In 2022 is er geen enkele aanvraag ontvangen.
Kwijtschelding | ||||
bedragen in hele euro's | 2020 | 2021 | 2022 | Stijging 2022 t.o.v. 2021 |
---|---|---|---|---|
Verzoeken om kwijtschelding | 529 | 512 | 479 | -6,4% |
* Waarvan automatisch en via verkorte aanvraag | 398 | 403 | 390 | -3,2% |
Kwijtschelding ondernemers | 0 | 0 | 0 | 0,0% |
Kwijtschelding excl.ondernemers | 293 | 315 | 304 | -3,5% |
* Kwijtschelding toekenning n.a.v. beoordeling Inlichtingenbureau | 249 | 271 | 271 | 0,0% |
Geen kwijtschelding | 235 | 197 | 175 | -11,2% |
In behandeling | 1 | 0 | 5 | 0,0% |
Verleende kwijtschelding | € 47.478 | € 55.610 | € 60.141 | 8,1% |
Invordering
In 2022 zijn er 12 invorderingsrondes geweest. Ten opzichte van 2021 is dit gelijk gebleven. In 2022 zijn er ten opzichte van 2021 ongeveer 180 aanmaningen meer verzonden. Het aantal betekende dwangbevelen is ten opzichte van 2021 licht gedaald. In verband met Corona zijn er in 2021 meer vorderingen oninbaar afgeboekt dan in 2022. Het oninbaar afgeboekte bedrag is dan ook afgenomen.
Kengetallen invordering | ||||
bedragen in hele euro's | 2020 | 2021 | 2022 | Stijging 2022 t.o.v. 2021 |
---|---|---|---|---|
Aantal aanslagen (excl. verminderingen) | 21.634 | 21.806 | 21.890 | 0,4% |
Geïncasseerd via automatische incasso | 60,4% | 60,0% | 58,1% | -3,2% |
Betaling en incasso binnen de betalingstermijn | 92,7% | 93,0% | 92,2% | -0,9% |
Aantal aanmaningen | 1.572 | 1.531 | 1.714 | 12,0% |
Aantal kennisgeving dwangbevelen | 765 | 748 | 794 | 6,1% |
Aantal dwangbevelen | 432 | 399 | 395 | -1,0% |
Percentage oninbaar Horst aan de Maas | 0,07% | 0,12% | 0,08% | -33,3% |
Bedrag oninbaar Horst aan de Maas | € 16.774 | € 30.591 | € 22.541 | -26,3% |
, | , | , | , | , |